In dit document wordt een samenvatting gemaakt van het boek Interculturele Communicatie (9789023255536). Hieronder wordt hoofdstuk 1 t/m 3 volledig samengevat, met referenties naar wat er in de overige hoofdstukken te verwachten is.

Cultuur, communicatie en wereldburgerschap 

De aantekeningen uit hoofdstuk 1 worden hier toegelicht.

Onze pluriforme samenleving kent heel wat subculturen, die met elkaar overlappen. Dit zijn vormen van culturen die je binnen de maatschappij vindt.
Wereldniveau (Aziatische of Amerikaanse cultuur)Land (Nederlandse of Poolse cultuur)Etnische cultuur (minderheden, zoals de Indische, Turkse, Surinaamse of Marrokaanse cultuur)Regio (zoals Brabant of Friesland)Stad (Randstad, platteland)Sociale klasse (elite, middenstander of arbeider)Geloof (katholiek, protestant, islamitisch, joods, hindoe of boeddhist) Geslacht (mannen, vrouwen, lhbt)Leeftijd (babyboomers, vooroorlogse generatie of de patatgeneratie)Beroep (gezondheid, techniek, privaat of publiek) Hobby (hockey, voetbal, golf, schaken of tuinieren)Bedrijfscultuur (KPN versus T-Mobile, Tesla versus Kia)


Culturele ui 1.Tastbare zaken (buitenste laag)2.Normen en waarden 3.Basiswaarden (diepste laag)(Edgar Schein, 2004)
Tijdens het versturen van een boodschap ontstaat er ruis. Dit kan komen door een taalbarrière of slechthorendheid (externe of fysieke ruis), emotionele invloed (interne of psychologische ruis) en tegenstrijdig in de normen en waarden (culturele ruis). Edwin Hoffman heeft voor dat laatste het TOPOI model bedacht.
Bij het invullen van het TOPOI model, is het doel om de volgende vragen te beantwoorden.
Wat is mijn aandeel in het misverstand?Wat is het aandeel van de ander in het misverstand?Wat is de invloed van de sociale omgeving – de normen, waarden en heersende opvattingen?
Taal. Verbale en non verbale taal kan in verschillende culturen een andere opvatting hebben. Ordening. Hoe kijkt iedereen naar deze kwestie; is wat voor jou logisch lijkt, ook voor de ander logisch?Personen. Relaties kunnen symmetrisch of complementair zijn. Bij een complementaire relatie praat je over een machtsverschil, zoals vader en zoon, werknemer en werkgever of docent en student. Bij symmetrisch heb je het over vrienden, kennissen en andere gelijkgestemden. De boodschap kan dus een andere interpretatie hebben wanneer vrienden het tegen elkaar vertellen. Organisatie. Hoe zit de organisatiestructuur eruit? Ben je wel bij de juiste persoon om het probleem te bespreken?Inzet en Invloed. Wat is het doel van het gesprek, en wat zijn de behoeften en motieven van de deelnemers?
Wereldburgerschap is sinds 2012 een hot topic binnen het ‘Global Education First Initiative’ (GEFI) van de Verenigde Naties. Doel is om culturele misvattingen te voorkomen, waarmee uiteindelijk geweld en ongelijkheid wordt vermeden. Tot zoverre lukt dit door op wereldwijd niveau 5 tot 18 jarige studenten les te geven in culturele maatschappelijke normen en waarden op school. 
In 2009 publiceerde de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO) en de Universiteit van Utrecht een canon (Grieks voor ‘richtsnoer’) waarin 8 maatschappelijke thema’s worden behandeld.  De thema’s, beter bekend als: diversiteit, identiteit, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, globalisering, verdeling, vrede en conflict en mondiale betrokkenheid, zijn sindsdien de leidende draad in verschillende vakken binnen het voortgezet en hoger onderwijs. 

Zes basiswaardes van Hall

De aantekeningen uit hoofdstuk 2 worden hier toegelicht.

Laagcontextcommunicatie:Het grootste deel van de informatie wordt expliciet benoemd;Duidelijk gestructureerd in aparte compartimentenDirect, letterlijkNadruk op het gesproken en geschreven woordNon verbale communicatie is van ondergeschikt belang
Hoogcontextcommunicatie:Het grootste deel van de informatie zit al in de persoon zelf, het wordt dus minder benoemd;Informatie is niet verdeeld in aparte compartimenten en komt daardoor gemakkelijk en soepel overDe informatie is indirect, waardoor je mensen niet kwetstsSoms figuurlijkDe non-verbale communicatie is even belangrijkJe begint bij de context en werkt naar de kern toe
Laagcontextcultuur is gangbaar binnen de lage landen, zoals Nederland, terwijl hoogcontextcultuur gangbaar is in Latijns of Zuid-Europa (Frans-, Spaans-, Portugese- en Italiaans sprekende gebieden), landen rondom de middellandse zee, het midden-oosten, Azië, Afrika en Oceanië. 
Voorbeeld lage context:
“Het huis heeft 4 slaapkamers, een schuur, garage en een tuin van 40 vierkante meter.
Voorbeeld hoge context:”Gelegen in het zonnige zuiden ligt een prachtig buurt waarin de mensen samen zijn. De auto staat voor de deur en biedt plek voor een motor of fiets. Iedere zomer hebben we 50 mensen die komen BBQ’en. Er kunnen maximaal  4 mensen wonen “
Monochrome mensen zijn kenmerkend aan de volgende eigenschappen:Doen het liefst een ding tegelijkZe concentreren zich op de taak en willen niet gestoord wordenTijd is lineair, ze nemen hun deadlines en tijdschema’s serieusZe communiceren vanuit een laagcontextcultuurZe hebben behoefte aan expliciete informatieZe zijn vaak taakgerichtZe werken snel en stipt
Polychrome mensen zijn kenmerkend aan:Ze doen het liefste veel dingen tegelijkZe ondervinden geen vlast van onderbrekingen en werken gewoon doorTijd is ruimtelijk, deadlines en tijdschema’s zijn er om ‘indien mogelijk’ te halenZe communiceren vanuit hoogcontextcultuurMeestal hebben ze niet zo veel informatie nodig, want ze halen informatie uit hun netwerkZe zijn vaak relatie gerichtHoe beter de relatie, hoe sneller en stipter ze werkenZe maken plannen, maar veranderen die plannen even gemakkelijk
In Nederland, Noordwest Europese en Angelsaksische landen zijn de mensen over het algemeen monochrome. Hun motto: “Tijd is geld”.  Ze doen een ding tegelijk en hebben moeite met multitasken; dit wordt tegelijkertijd geizne als onprofessioneel.  
In hoogcontextculturen zoals China, Frankrijk, Spanje, Marokko, Turkije, Indonesië, Somalië, Suriname en de Nederlandse Antillen is het gangbaar om zoveel mogelijk informatie met elkaar te delen – bijvoorbeeld door een praatje bij het koffieapparaat of de toiletten. Dit zijn snelle informatiestromen waarbinnen dus snel informatie uitgewisseld wordt.
Binnen Nederland en de Verenigde Staten – laagcontextculturen – is het gangbaar om op een langzame manier informatie over te brengen. Spontaan informatie verwisselen in de wandelgangen wordt gezien als onprofessioneel. Deze langzame informatiestromen helpen mee aan bureaucratie, maar zorgen ook voor een betrouwbaardere bron. 
Naast de snelheid van informatiestormen heb je ook de snelheid van boodschappen die van invloed zijn bij de communicatie. 
Krantenkoppen, televisiereclames, e-mailberichten, memo’s, sms-berichten en tweets zijn snelle boodschappen die bedoelt zijn om kort informatie te delen.
Brieven, wetenschappelijke artikelen (papers), wiki’s 

Zes basiswaardes van Kluckhohn

De aantekeningen uit hoofdstuk 3 worden hier toegelicht.

Volgens Florence Kluckhohn verschilt de cultuur in een land dankzij zes invloedsfactoren die samen, door de eeuwen heen, voor een bepaald gedrag hebben gezorgd. Die factoren zijn hiernaast samengevat.Wat is de natuur van de mens? Wat is de relatie van mens tot mens? Wat is de drijfveer van menselijk handelen? Welke opvattingen heeft de mens over de ruimte om hem heen? Welke tijdoriëntatie heeft de mens? Wat is de relatie van mens tot de natuur en het bovennatuurlijke?   
Natuur staat volgens Kluckhohn nauw gerelateerd aan de manier waarop mensen problemen oplossen. In een natuur overheersende maatschappij zullen ruzie’s met collega’s worden uitgesproken. In een natuur dat in harmonie met de mens is, zullen mensen de ruzie vermijden. In een mens overheersende natuur zal je een conflict met een collega direct worden opgelost. Mens overheerst natuurNatuur in harmonie met de mensNatuur overheerst de mens
Het ene land is doen-gericht (samen dingen bereiken, promotie maken), de ander is relatiegericht (gezellig, voor elkaar klaarstaan). In Nederland zijn we doen-gericht, samen met het VK, Duitsland en de VS. 
Individualisme (prestatiegericht) of collectivisme (groepgericht) is van land tot land bepaald. 

Verder wordt er in hoofdstuk 4, 5, 7 en 8 de volgende onderwerpen behandelt:

Culturele dimensies van Hofstede
Trompenaars 7 dimensies 
Sensiviteit als groeiproces
Global leadership

Het boek heeft mij geholpen om een beter beeld van de culturele verschillen te krijgen, en de interesse gewekt om mij er beter in te verdiepen.